dinsdag 20 maart 2012

11 maart 2012 Hard

‘Het gaat weer hard’ is een eufemisme geworden voor een periode van gestage en zichtbare achteruitgang. Onmiskenbaar zitten we weer in zo’n periode. Dat went nooit. Vandaag ging ik met twee van mijn collega’s naar het Thomashuis, om hen te laten zien wat zo groot in mijn leven aanwezig is. Dat was fijn. Vanuit de douche kwam ze aangeschuifeld, sloeg haar armen om me heen en sprak hoopvol en stellig uit ‘ik mag mee’. Daar stond ik. Ze was stellig in haar overtuiging en wens dat we naar ‘huis’(lees: moeder) zouden gaan. Mijn aarzeling (ik was overrompeld en draaide om de ontkenning heen) was voor haar genoeg: dikke tranen. Paniek. Ontroostbaar. Pogingen om haar hieruit te halen (we waren er nu toch; gezellig toch…) hadden pas na enige tijd effect. Ik realiseer me dan weer hoe zeer ze probeert om grip te houden op haar werkelijkheid. Eentje waarin de bakens van vroeger een steeds grotere plek innemen. Bakens, die zich door ’zekerheden’ uit het hier en nu niet zomaar (of steeds minder) laten verdringen. Ik vrees dat we zo in een nieuwe realiteit terecht zijn gekomen. Onomkeerbaar. Hard ook. Keihard. Keihard verdrietig, ongewenst maar niet anders.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten