maandag 18 juli 2011

15 maart 2011 Boodschapper

Met mijn moeder heb ik al vaker besproken wie we wanneer moeten informeren over de Alzheimer van See. Ik merk bij mezelf een sterke behoefte, noem het noodzaak, om het er over te hebben. Het treft me, en daardoor is zwijgen geen optie. Mijn moeder geeft aan hier nog niet aan toe te zijn, al geeft ze ook aan dat bij haar het moment nadert om het de mensen om haar heen te vertellen. We hebben het er over en besluiten dat we twee nichtjes in deze fase moeten informeren. We ‘verdelen’ hen. Beiden als boodschapper van het slechte nieuws voor een van hen. Ik bel mijn nicht en haar man. Betrokken mensen die See altijd een warm hart hebben toegedragen. Met bonkend hart voer ik het gesprek, waarin ik hen vertel wat er aan de hand is. Met dubbel gevoel: ergens over willen praten en tegelijkertijd het verzet voelen omdat er geen weg meer terug is. Het verhaal Alzheimer in grote stappen en in milliliters traan. Het blijft een vreemd fenomeen: door de situatie in taal te vatten wordt het ook bijna een objectief en afstandelijk verhaal. Maar ik keer terug naar See en zie voor me hoe zij haar leven leeft. Weer twee mensen geïnformeerd. De wereld wordt deelgenoot. En dat is goed zo.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten